Afgelopen week werd Schiphol uitgeroepen tot beste luchthaven van Europa. In Januari was ik daar nog en maakte gebruik van een toilet. Ik zag daar een welgestelde heer op zijn koffer in de hoek zitten met een notitieboekje. Ik denk nu dat dat zo’n inspecteur was voor de beste, grootste, vriendelijkste en anderszins verkiezingen van het jaar.
Eind 2011 vloog ik van het beste vliegveld van de wereld naar het slechtste vliegveld ter wereld van dat jaar. Van Singapore naar Manila dus. Ik weet niet waar de inspecteurs naar kijken, maar ik was helemaal niet onder de indruk van Singapore’s vliegveld, en in Manila pakte ik gewoon mijn reistas van de lopende band en verliet zonder enig ongenoegen de aankomsthal. Nu kan iedere organisatie wel een verkiezing uitschrijven – en dat doen ze dan ook. Dus waarom ik niet?
Ik heb namelijk ontdekt dat de mate van chaos op een nationale luchthaven de directe weerspiegeling is van de situatie in de rest van het land. En ik heb dat onlangs kunnen ondervinden op de Slechtste Luchthaven van 2011 (volgens dit Voetnoot blog), namelijk Queen Alia International Airport in Amman (Jordanië).
Ik zal het kort houden. Ik was er drie jaar eerder geweest en bij aankomst viel het me direct op dat het twee keer zo druk was en er nog steeds helemaal niets was veranderd aan het verouderde en onlogische immigratie systeem. Namelijk – eerst een visa kopen daarachter kun je geld wisselen – dan door de immigratie (waar de helft ontdekt dat ze geen formulier hebben ingevuld) – en dat allemaal in een verkeerde volgorde geplaatst. De aankomst hal staat vol met niet Engels sprekende officials in uniform die heel druk met elkaar bezig zijn en verwarde reizigers vermijden. De loketten zijn onderbemand met onkundige klerken en niet werkende computers. Niemand heeft de leiding, zeker geen uniformen met teveel strepen en medailles.
Ik had een aansluitende vlucht van Amman naar Aqaba en na een aantal officials om raad gevraagd thé hebben, moest ik concluderen dat ik waarschijnlijk de eerste passagier op doortocht ooit was. De rij waarin ik stond had in anderhalf uur slechts drie stapjes voortbewogen, dus besloot ik tot een botte maatregel; namelijk zonder blikken of blozen de hele rij in het volle zicht te omzeilen en mijn paspoort op de balie te plaatsen voor een verontwaardigde Indiër.
“Connecting flight to Aqaba,” zei ik en wees naar iemand in de verte met een hele grote pet met goud op zijn hoofd. “He send me here”.
Vijf stempels verder was ik onderweg naar de volgende vlucht – toch nog op tijd. Deze ervaring gaf mij een goed inzicht in hoe je door dit land beweegt. Een brutaal mens (met een glimlach) heeft half Jordanië in zijn hand. Vooral niet de regels en bordjes volgen, gewoon recht op het probleem af en met een gezellige babbel en het opdreunen van de laatste generatie voetballers, kom je een heel eind.
Let me know that…