Observaties

Visiting Jakarta Biennale 2017 and Gardu House Graffiti in a search for my true art feelings…

Jiwa means soul, and that’s the theme of this years Jakarta Biennale. Most of the art are installations displayed in big locations like the Gudang Sarinah Ekosistem warehouses, the Museum of Fine Arts and Ceramics or the jakarta History museum.

My first atempt to find the Jiwa of art in Jakarta started in the Gudang Sarinah, where I met faces from paper and stone, arthouse films, unknow standing objects and here and there some sculptures, and paintings at the wall.

But it all started with a horrible traffic jam, on a weekend day. They can pop up anywhere unexpected. But traffic comes along with Jakarta, no escape, and I stopped already long time ago with complaining about it. Just go with the flow. Check your smart phone inside out till the battery is empty, but never leave home without a bottle of water, just in case you need to survive a night on the road.

The mission is only halfway cause the unexpected traffic jam blew up my schedule so I will complete this soul searching for my art feelings in a second video next week.

Now, if you made the text till here, how do you feel about the art at Jakarta Biennale (or just here in the video)?

More details at http://jakartabiennale.net/

Categories: Art, Observaties, Ontdekkingen, Standbeelden, Steden | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

De Sapa Girls

Sapa ligt ten noordeen van Hanoi in de bergen op een paar steenworpen van de Chinese grens. Een nieuwe rijksweg, een traditioneel bergvolk en pitoreske rijst terrassen rondom het in nevelen gehulde stadje, vormen de ideale combinatie voor een groeistuip naar massa toerisme. De drie hoofdstraten bestaan voornamelijk uit hotels, souvenir winkels, Italiaanse restaurants (!) en massage salons.
Wie uit de bus stapt wordt opgevangen door tientallen Sapa girls, allemaal meisjes in kleurrijke klederdracht, getooid in kniebroeken waar alleen zwarte piet nog in rondloopt. Ze zijn behangen met allerhande geweefde waren voor de verkoop. Zur en Lon en een jonger meisje dat zeer luid spreekt, en waarvan ik de naam maar niet versta, lopen mee tot aan het hotel. Ik beloof dat ik later wat zal kopen, als ik me heb opgefrist en uitgerust ben. 

Als ik nietsvermoedend weer naar buiten kom staan ze nog op dezelfde plaats waar ik ze eerder die dag heb achtergelaten. Het schreeuwende meisje gilt de exacte tijd in uren en minuten dat ze op me hebben staan wachten. De rest van de dag volgen De Sapa girls mij van restaurant tot winkel. Ik besluit een etui en een stalen armband te kopen en daarnee zijn Zur en Lon vertrokken. 

Het schreeuwende meisje heeft dat moment gemist maar geeft niet op. ‘You promised to buy from me,’ buldert ze vanaf een meter of tien. Ik zeg dat ze met zo’n volume nooit aan de man zal komen. Ze antwoord dat ze Sapa Boys maar luie donders vind en Hollanders gierig. Ik zeg dat ik nooit nets van haar zal kopen. Maar dan breekt ze uit in tranen, blijft jammerend achter me aan lopen, en stort steeds een beetje meer drama over me uit. Dan koop ik de duurste sleutelhanger ooit en het schreeuwende meisje verdwijnt geld tellend in een zijstraat. De volgende dag hoor ik ze al van verre. Ze jaagt een ouder en zichtbaar gegeneerd echtpaar voor zich uit. De Sapa girls bezitten de toeristen hier en laten ze pas los als er zaken gedaan zijn.

Categories: Observaties, Reizen, Steden | Tags: , , , , ,

Reis ongemakken


In de vroege ochtend word ik wakker van een zware donder. Ik bevind me in een hut van het schip Paradise Luxury dat ten anker ligt in Halong Bay. Een tropische onweersbui doet de eilanden verdwijnen achter een sluier van stortbuien. Vanuit mijn comfortabele bed kijk ik naar een vaag silhouet van bergen in het water die afsteken tegen een oneindig bleek niets. Dit moet het reisgevoel zijn geweest in de hoogtijdagen van de Victoriaanse tijd… Al tijdens deze gedachte start een eveneens tropische lekkage boven het voeteneinde van mijn bed. Snel dep ik het water met een badhanddoek en zet een kopje onder de kleine waterstraal maar er helpt geen lieve moeder aan. Ik bel room service en even later is een matroos met een rol tape en een schaar aan de slag. Drijfnat en zonder succes verlaat hij met neergeslagen gezicht de hut waar de lekkage onverminderd doorgaat. ​

​Ik wandel naar de dining room op het bovenliggende dek voor een kopje thee en blader nog eens door Alain de Botton’s ‘de kunst van het reizen’ in de hoop een goede raad te vinden tijdens dit soort ongemakken. Zijn boek staat er vol van. (Lees: vol van ongemakken) 

Op blz 99 citeert hij de schrijver Gustave Flaubert die Frankrijk om zijn saaiheid ontvluchtte met een groot verlangen naar exotische reizen in de Orient. Maar na een paar weken vermeld Flaubert: ‘de Egyptische tempels hangen me nu al de keel uit…’


Omdat ik toch altijd omsla bij het kayakken en we dus sowieso nat zullen worden besluiten J en ik gewoon door de  stortbui heen te roeien naar de eilanden. We liggen nabij een groot eiland waar je onder laaghangende grotten kunt peddelen om te eindigen in een binnenmeer, waar langs de begroeide rotsen gele apen schijnen te wonen. Als we de het verborgen binnenmeer oppeddelen is alles om ons heen in een grijze nevelsluier verborgen. Het enige dat we horen naast de peddels die het water raken is het eindeloos geplens van miljoenen druppels in het water en dat zich weerkaatst tegen de onzichtbare rotsen om ons heen. Dit is het gotische landschap waarin mensen doorgaans spoorloos verdwijnen en dus roeien we zo snel mogelijk terug door de grotten zonder ook maar een teken van leven te hebben gezien. Achter ons in de verte klinkt iets van een gesmoorde gil. We kijken niet om en houden zwijgend de vaart erin.


Als we terug komen wacht ons goed nieuws. Door de ongemakken van de afgelopen ochtend krijgen we een superior suite aangeboden op het vlaggenschip Paradise Peak. Reizen is helemaal geen kunst. Plan zo min mogelijk, verwacht niet te veel en je reis vult zich vanzelf met verrassingen.

Categories: humor, Observaties, Reizen | Tags: , , , , , , , , , ,

The Big Durian

Continue reading

Categories: @tetroberts, Jakarta, Observaties, Ontdekkingen, Reizen, Steden | Tags: , , , , , , , ,

‘Together’ in Dubai

Together in Dubai

Together achter de Burj Khalifa

Noem een stad in Nederland waar geen beeld staat van een lokale held, schrijver of politicus. Zo af en toe schijnen er burgemeesters, kunstenaars en historische verenigingen bij elkaar te komen om een prominent die zijn of haar sporen voor de lokale gemeenschap verdiend heeft, in brons te gieten of uit steen te hakken.

Door de eeuwen heen zijn zo pleinen en winkelcentra netjes opgevuld met standbeelden, al dan niet te paard gezeten. En niet alleen in Holland. Het gebeurd in heel Europa, Amerika, Afrika en Azië.

Maar niet in Dubai dus. Ik heb zo ongeveer alle hoeken van de stad gezien maar nooit iemand op een sokkel gevonden. Zelfs niet de vader van de Emiraten, Sheik Zayed. Wel abstracte vormen en gigantische theepotten of olielampen, maar nooit ook maar iets in de vorm van een mens.

Dit is – denk ik – omdat het in de moslim cultuur ‘note done’ is om de Profeet af te beelden, en voor het gemak dus ook maar geen Andere Grote Leiders uitgezonderd dictators als Khadafi en Saddam, die hele steden met hun evenbeeld bezaaid hebben, liefst om elke hoek.

Together in Dubai

Together naast de metro

Ik was dan ook hoogst verbaasd in mijn laatste dagen in de emiraten plots twee imposante beelden te vinden, verscholen tussen de achterzijde van de Dubai Mall, een metro lijn en een dode hoek van de Burj Khalifa.Ik moest dan ook aardig wat moeite doen om er te voet te komen, want parkeren in de nabijheid was geen optie.

Eenmaal ter plaatse reikten ze wel vier meter hoog, gehouwen uit zwart graniet en wit marmer. Op de achterzijde van de gezamenlijke sokkel vond ik een bescheiden plaatje met daarop ‘Together’ genoteerd. De beelden blijken van de hand van ene Lufti Romhmein, uit Syrië. Mooi werk, eerlijk gezegd. Ze passen prima in deze woestijnstad, maar hadden beter tot hun recht gekomen ergens bij de fonteinen van Burj Dubai, waar de vele toeristen ze zouden kunnen bewonderen, en zien dat het met de gelijkheid van man en vrouw in Dubai nog lang niet zo slecht gesteld is.

Categories: Observaties, Ontdekkingen, Reizen, Standbeelden, Steden | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Taxi Manilla

Taxi of Jeepney?

Taxi of Jeepney?

Tientallen taxi’s zoeven voorbij over Kalaw street, maar geen enkele taxi lijkt vrij. Het is niet gemakkelijk in Manilla een taxi te scoren tijdens de avondspits. Ik krijg bijna kramp in mijn schouder van het zwaaien als er een taxi stopt. Ik stap in maar de chauffeur rijd niet weg. ‘Where to?’

‘Makati,’ antwoord ik.  ‘Sorry too far sir, I can’t go there.’

De aanhouder wint ditmaal niet en even later sta ik weer op straat. Het duurt even voor een tweede taxi stopt, ik spreek de chauffeur eerst maar door het zijraam aan.

‘Makati?’ lacht de chauffeur. ‘Too much traffic, sir, dat duurt me te lang.’

Met een Jeepney weet ik niet hoe daar te komen. Een derde taxi stopt na een poosje wachten. Ik neem gelijk het initiatief.

‘Ik weet dat het ver is en dat het druk is, Kuya, maar ik betaal je goed hoor. Zet je meter maar vast uit dan maken we een prijs,’ zeg ik met mijn portemonnee in mijn hand. ‘Ik moet naar Makati.’

De taxi chauffeur kijkt me nonchalant aan.

‘Makati?, vraagt hij met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Man, daar heb ik even helemaal geen zin in.’

Verbaasd blijf ik achter. Vanavond blijf ik maar gewoon thuis, om een blog te schrijven ofzo…

images

 

Categories: Observaties, Reizen, Steden | Tags: , , , , , , ,

De Koe van Manilla

Ik zit in een taxi met drie aangeschoten Hollanders die ik amper een uur geleden heb leren kennen. Een bakker uit Stampersgat, een dame van de ambassade, en de enige wiens naam die ik onthouden heb; Bert, beroep onbekend. We rijden door Old Manilla, over de Del Pillar street. We zijn op zoek naar een cafe van een Hollander. Als herkenningspunt zou er een koe voor de deur moeten staan. Niemand is er ooit binnen geweest, maar iedereen heeft er van gehoord.

‘Het moet in deze straat zijn’, zegt Bert terwijl hij met kleine oogjes naar de langsschietende kroegen, bordelen en nachtwinkeltjes staart, ‘dat hoorde ik daarnet nog op de Dutch club. De KLM crew drinkt er ook altijd een biertje,’ voegt hij er aan toe. De bakker praat over de vele vakanties die hij samen met zijn vrouw naar de Filipijnen maakte voordat ze zich hier permanent vestigden. ‘…en toen reden we door deze straat en zag ik opeens een koe op de stoep,’ zegt hij hoopvol. ‘Geen echte hoor, van plastic denk ik.’

Niemand weet de naam van de kroeg. De dame van de ambassade spoort de chauffeur aan nog maar een keer te stoppen op een hoek van de straat. waar een groep Filipino’s staat. ‘Ask them about the cow!’ De chauffeur kijkt verbouwereerd en als hij ernaar vraagt lachen ze. Sommigen wijzen ergens heen, maar elk in een andere richting.

Ik ben de enige die in dit deel van de stad woont, erger nog, ik woon zelfs aan het begin van deze straat. Maar ik ben nooit helemaal naar het andere eind gelopen want dat is best ver. Ik ben hier dan ook nooit een koe tegengekomen. ‘Misschien omdat die hem overdag’s binnen zet…’ probeer ik, maar niemand antwoord.

De straat is eenrichtingsverkeer en niemand weet van een kroeg met een Hollandse eigenaar. De chauffeur wil niet meer vragen naar een koe. Iedereen kijkt me vragend aan want ik ben de ‘local’ hier. Wat nu?

Ingang Hobbit House

Ingang Hobbit House

‘Ik weet nog een kroeg met dwergen in deze straat,’ zeg ik. Dit kan de goedkeuring wegdragen. Even later lopen we door een enorme ronde deur van De Hobbit. Een lilliputter rinkelt een belletje en heet ons welkom. Even later worden pullen bier door heel kleine mensen op onze tafel geschoven. Het gezelschap is tevreden. Met zo’n verhaal kun je ook thuiskomen.

Meet the Hobbits

Meet the Hobbits

Categories: Flashback, Observaties, Ontdekkingen, Reizen, Steden | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Falcon City of Wonders

Vandaag wandelde ik door de decadent grote Mall of  Emirates langs een muur van ruggen en molenwiekende armen. Dit trok uiteraard mijn aandacht. Een groep omstanders verdrong elkaar rondom een enorme maquette van het nieuwste project dat in Dubai in volle gang is. Falcon City. 

Een sales dame in strakke zwarte jurk, hoge hakken en een clipboard in de aanslag vroeg me of ik geintereseerd was in Falcon City properties. ‘Jazeker,’ antwoorde ik naar alle eerlijkheid. Hier zat tenslotte een voetnootje in.

Image

Ze bracht me naar een voor potentiële klanten vrijgehouden verhoogde zijde van de maquette. In een riante stoel met een kopje koffie zat ik als een Romeinse keizer te staren naar de wonderen van dit 3,7 miljoen vierkante meter grote stadsdeel in de vorm van een valk. Ik besefte dat de financiële crisis in dit deel van de wereld definitief over was. 

De dame somde met de geforceerde lach van een schoonzwemster de ‘special features’ van het project op. Zo te horen had ze dat al een paar honderd keer gedaan. 

‘Helemaal centraal ziet u de Dubai Eiffeltoren, hoger dan het origineel! En daar het colosseum, waarin autoraces en sport evenementen worden gehouden, overigens met twee keer zoveel zitplaatsen dan die in Rome. Het ligt naast een stukje Venetië inclusief kanalen die leiden naar de Taj Arabia, een exacte kopie van de Taj Mahal. Dat wordt een hotel van 1 miljard dollar meneer, en ook nog eens vier keer groter dan het origineel’.

Ze pauzeerde even zodat ik dit allemaal kon verwerken. 

Image

‘Ziet u hier de drie nieuwe piramiden  van Dubai?. Ik voelde hem aankomen. ‘Hoger dan in Egypte. En daar zijn de Hangende tuinen van Babylon. Niemand weet hoe ze er echt uitgezien hebben, meneer, dus hier heeft de project ontwikkelaar zijn eigen fantasie gebruikt.’ Ze keek me indringend aan. ‘Ongelooflijk,’ zei ik, doelend op die laatste mededeling. 

Nu begon de dame een selectie mappen van vila’s en appartementen op tafel te leggen. Ik liet mijn blik over Falcon City glijden en spotte de Big Ben, de Toren van Pisa, ‘schever?!’ en tot slot nog een werkende vulkaan, de vuurtoren van Alexandrië en een stukje Chinese muur van slechts 2 kilometer om overheen te joggen.

Image

‘Zo’, zei de dame met de zwarte jurk, ‘heeft u nog vragen voor ik u de huizen laat zien?’ Ik bleef even staren over de maquette en vroeg haar ‘…en waar is de Euromast?’ Terwijl de dame begon te bladeren in een enorme map, wandelde ik verder door de mall, dagdromend van hoe het zou zijn om rond te wandelen in Falcon City, het Madurodam van de wereld, maar dan in een veel grotere schaal dan de originele bouwwerken. 

http://www.youtube.com/watch?v=_6dnyGv0TVY

Categories: Observaties, Ontdekkingen, Reizen, Steden | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , ,

Dubai Taxi

Steek je arm in de lucht en een handvol taxi’s komen tot stilstand in Dubai, zelfs als je nietsvermoedend naar een bekende zwaait. Ik stapte in de dichtstbijzijnde taxi en zag een wat klein uitgevallen, angstig kijkende Indiër schrap achter het stuur zitten.

‘Hello’, zei ik, ‘Marina Walk’.

‘Marina Mall, sir?’, vroeg de chauffeur met een klein stemmetje.

‘No, Marina WALK!’ zei ik geïrriteerd. Ik moest namelijk naar de tandarts voor een wortelkanaal behandeling. Niet iets om vrolijk van te worden.

Onzeker kwam de taxi in beweging. Voor ons uit kon hij rechtsaf de snelweg op, of rechtdoor via een fly-over erover heen.

‘Hier rechtsaf of rechtdoor sir?’ De chauffeur keek met grote ogen half voor zich uit, hij durfde me nauwelijks aan te kijken.

Dit was bijzonder irritant, ik wilde me net in mijn telefoon verdiepen.

‘Rechtdoor man, de Marina is toch daar!’, ik wuifde met mijn hand schuin naar links, waar een groepje wolkenkrabbers omhoog torende.

Met zweethanden aan het stuur reed hij de brug op naar de andere zijde van de snelweg.

‘En nu terug de snelweg op, en dan afslag Dubai Marina.’

De chauffeur knikte gedienstig en zette de vaart erin, maar eenmaal aan de overzijde sloeg de twijfel weer toe.

‘Just to the left or a U-turn, sir?

Ik zuchtte. ‘A u-turn yes, ben je soms nieuw hier?’

De chauffeur hapte naar adem, enigszins opgelucht door deze begripvolle vraag.

‘Twee maanden sir, maar er zijn hier in Dubai teveel plekken! En iedereen wil steeds ergens anders heen, meestal ergens waar ik nog nooit eerder geweest ben.’

Ik staarde wat verbaasd voor me uit. Twee maanden was toch best wel een periode waarin je de stad een beetje kon leren kennen, en de Marina is toch vrij bekend.

‘Ik kom maar uit een klein dorpje in Zuid India,’ vervolgde hij, ‘maar deze stad is te groot, net als Bombay.’

‘Misschien zou je in je vrije tijd de kaart van Dubai eens moeten bestuderen, een beetje huiswerk af en toe.’ Ik betrapte mezelf op een typisch belerende opmerking. De chauffeur werkte mogelijk zes dagen per week, twaalf uur per dag. Sliep dan met vier andere onwelriekende lichamen op een veel te kleine kamer in een of andere kazerne wijk, volkomen uitgeput. Niet echt een moment om dan nog eens de kaart van Dubai op je bed uit te spreiden en straten en hotels op te dreunen.

‘Te veel plekken,’ verzuchtte hij nog eens.

Waarom hadden taxi chauffeurs in deze tijd eigenlijk geen navigatie in de auto? Vroeg ik me af.

‘Rechts aanhouden!’, de chauffeur mistte bijna de afslag naar de Marina, die toch wel heel duidelijk stond aangegeven.

‘Ik snap wel dat je de weg niet weet, maar zie je die borden dan niet?’ vroeg ik hem ongeduldig.

Hij stuurde met een schok naar rechts en keek bedrupt voor zich uit. Misschien kon hij niet lezen…

‘Kun je eigenlijk wel lezen?’ vroeg ik hem, zo direct als een landgenoot.

Hij schrok. ‘Natuurlijk, sir, maar alleen Hindi.’

Voor ons uit doemden er weer twee keuzes op, een vork, beiden rechtdoor. De chauffeur keek me bijna smekend aan.

‘Rechts aanhouden’, zei ik. De rest van de weg gaf ik hem maar de aanwijzingen zonder hem te laten gokken, want ik kon hem gewoon horen denken waarom hij altijd precies de verkeerde keuze maakte, achter het stuur, in zijn hele leven…

We kwamen eindelijk aan bij de Marina Walk. Ik overhandigde hem 13 Dirham.

‘Hoe doe je dat eigenlijk als je klant de weg niet weet?’ Vroeg ik met oprechte nieuwsgierigheid.

Hij keek me aan met een wanhopige blik en haalde zijn schouders op. Deze man was getergd tot het uiterste. Elke dag reed hij rond met klanten die waarschijnlijk halverwege in woede uitbarstten in alle talen van de wereld, inclusief Hindi. Er kwam geen antwoord uit. De twee muntjes wisselgeld gleden uit zijn vochtige handen onder de pedalen.

‘Laat maar,’ zei ik, ‘het is goed zo.’

Ik stapte uit en een Arabier met een akten tas sprong achterin de taxi. ‘Jumeirah hotel, yallah!,’ riep de man. ‘Rammalah hotel?’ hoorde ik de chauffeur herhalen.

‘No JUMEIRAH, in de buurt van de Beach Road.’

Ik zag de laatste blik van de chauffeur, geheel in paniek nu. Ik wees hem de eerste straat rechts aan, zodat die in ieder geval een beginnetje had. De taxi schoot weg, en ik keek hem na, en besefte dat ik nu zelf even in de war was met het Rammalah hotel, en hem dus de verkeerde kant had opgestuurd.

Ik draaide me om en liep naar de tandarts praktijk, In ieder geval had ik voor een moment even mijn eigen sores vergeten

Image

Categories: Observaties, Steden | Tags: , , , ,

Beschrijving van de stad: Mombasa

Ik bezocht Mombasa vier dagen voor mijn werk maar alleen op de laatste middag had ik de gelegenheid voor een korte wandeling in het  centrum van deze havenstad. In de voorgaande dagen was ik ondergebracht in een hotel aan het strand van de Indische oceaan. Een aangenaam strand, zo een met palmbomen en vissersbootjes in de branding, en waar de zon uit zee opkomt elke ochtend. Maar nu was het tijd voor de drukte en kabaal van deze Afrikaanse stad.

Tijdens de rit naar het centrum volgde ik het blauwe stipje op de google map – de taxi van Meneer Mekbezi, de chauffeur – een fantastische uitvinding, die kaarten app, want zo kun je een beetje in en uitzoomen en de omgeving verkennen voordat je op de voet verder moet. Belangrijkste ontdekking: Mombasa is een eiland, net zoals Rozenburg!

De stad – ooit een bruisende handelsstad –  is een smeltkroes van culturen en volkeren en dat is vandaag de dag nog duidelijk merkbaar. Hier wonen Arabieren, Indiërs en Afrikanen van alle windstreken met een inheemse, Christelijke of Moslem achtergrond (en naar verluid nog een paar blanke boeren ook). En iedereen is vrolijk, nieuwsgiereig en spreekt je spontaan aan.

Hier onder een korte impressie van Mombasa gefilmd uit de auto – en heel even het vliegtuig – en die eindigt bij de Gelukkigste Man van Mombasa!

De eilandstad is een wirwar van drukke straten waarin gelijk de tuk tuk taxi’s opvallen als belangrijkste openbaar vervoermiddel. De oude binnenstad die de moeite van het bezoeken waard is ligt direct naast Fort Jesus (zie blog hieronder) en heeft  een prachtige sfeer.

Dit is de eerste stad in Oost Afrika die ik bezoek, maar een belangrijk verschil met West Afrika is dat het hier veilig is om rond te wandelen op eigen gelegenheid, en dat doe je beter niet in Liberia of Nigeria…zoals hier te zien is.

Conclusie, Mombasa is een gemoedelijke stad, een vrolijke stad met koloniale huizen, over de straat hangende balkons en prachtige houten deuren, en mooie vergezichten aan de oevers, en de mensen zijn vriendelijk en open, zoals dat hoort te zijn in steden die op een Oceaan uitkijken.

 

 

Categories: Fotografie, Observaties, Ontdekkingen, Reizen, Steden | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Blog at WordPress.com.