Posts Tagged With: vietnam

Kung Fu moves in Confucius’ Tempel of Literature

Follow my blog with Bloglovin

In het centrum van Hanoi ligt de Tempel van Literatuur, meer dan 1000 jaar oud en opgedragen aan de wijsgeer Confucius. Een bezoek beloofd op zich al geen avontuurlijke ochtend, maar als een niet aflatende tropische regenbui je gevangen houdt onder een van de omringende pagodes van een pittoresk plein, dan komen de jeugd herinneringen aan Bruce Lee vanzelf bovendrijven.

Met dank aan de twee Koreaanse Bond girls die me aanmoedigden nog hoger te springen dan verantwoord was.

Categories: @tetroberts, Flashback, Reizen, Steden | Tags: , , , , , ,

Buffalo taxi

Vroeg in de ochtend start ik de hike die ik online geboekt heb bij Sapa Sisters. Ik verschijn in een van de meest geavanceerde wandel outfits die onze beschaving heeft voortgebracht: bergschoenen, dry-fit T-shirt, een linker- en rechtersok en een lichtgewicht regenjack dat in een luciferdoosje past. Lang, mijn gids voor de dag, is in klederdracht, draagt een baby op haar rug en heeft een paraplu bij zich: ‘tegen de regen of de zon’, zegt ze met een knipoog.

Als eerste volgt een eindeloze beklimming van een naamloze berg. Terwijl ik hijgend volg, babbelt Lang over de verschillende stammen van de Hmong, hun gewoonten en problemen. ‘Wij volgen het sjamanisme, elk dorp heeft zijn eigen sjamaan. Je gaat niet dood, maar je ziel keert terug in een levend wezen, kan van alles zijn.’ Ik ontwijk zorgvuldig een rij marcherende mieren. We passeren een hempveld waar vrouwen de planten afsnijden. Tijdens de wandeling zie ik alle verdere stappen van het proces (drogen, wassen, raspen, garen spinnen, wassen, weven en, Lang trekt aan haar vest, kleding. ‘Opium is een nieuw probleem voor onze jeugd. Het wordt vanuit China over de grens gesmokkeld en jongens raken verslaafd.’ Ik vraag wat de mannen eigenlijk doen sinds ik alleen maar Hmong vrouwen zie werken. ‘Gokken en drinken,’ zegt Lang cynisch.

Op de heuveltop, voorbij de hemp, slangenbonen, chili, groene thee en maïs, genieten we van het uitzicht. Ik zie een groot gebouw in het dal en vraag wat het is. Lang geeft haar kind de borst. ’Mijn broer was heel erg verdrietig, ken je die ziekte?’ vraagt ze. ‘Very, very sad’. Ik knik. ‘Hij dronk een fles pesticide leeg en daar wist zelfs de sjamaan geen raad mee. Toen gingen we naar dat ziekenhuis, ze knikt naar het gebouw. Het is goed, na drie dagen was hij beter.’Dan begint de steile en modderige afdaling naar het dal met rijstvelden. Ik glij uit en breek bijna een been. Ik vraag me hardop af wat ze dan zou doen op dit verlaten bergpad sinds ik twee keer zo groot ben als haar. ‘Then I call the buffalo taxi’, antwoord ze, en ik vertrouw haar volledig. In de rijstvelden lopen we over de randen van de terrassen. Mijn benen zijn zuur maar ik houd miraculeus balans tot we de rivier bereiken en steen voor steen naar het dorp springen. De tocht zit erop. Ik bedank Lang voor een geweldige tocht en alle openheid over goede en slechte tijden in de Hmong stam.

Categories: Hiking, Reizen | Tags: , , , , , ,

De Sapa Girls

Sapa ligt ten noordeen van Hanoi in de bergen op een paar steenworpen van de Chinese grens. Een nieuwe rijksweg, een traditioneel bergvolk en pitoreske rijst terrassen rondom het in nevelen gehulde stadje, vormen de ideale combinatie voor een groeistuip naar massa toerisme. De drie hoofdstraten bestaan voornamelijk uit hotels, souvenir winkels, Italiaanse restaurants (!) en massage salons.
Wie uit de bus stapt wordt opgevangen door tientallen Sapa girls, allemaal meisjes in kleurrijke klederdracht, getooid in kniebroeken waar alleen zwarte piet nog in rondloopt. Ze zijn behangen met allerhande geweefde waren voor de verkoop. Zur en Lon en een jonger meisje dat zeer luid spreekt, en waarvan ik de naam maar niet versta, lopen mee tot aan het hotel. Ik beloof dat ik later wat zal kopen, als ik me heb opgefrist en uitgerust ben. 

Als ik nietsvermoedend weer naar buiten kom staan ze nog op dezelfde plaats waar ik ze eerder die dag heb achtergelaten. Het schreeuwende meisje gilt de exacte tijd in uren en minuten dat ze op me hebben staan wachten. De rest van de dag volgen De Sapa girls mij van restaurant tot winkel. Ik besluit een etui en een stalen armband te kopen en daarnee zijn Zur en Lon vertrokken. 

Het schreeuwende meisje heeft dat moment gemist maar geeft niet op. ‘You promised to buy from me,’ buldert ze vanaf een meter of tien. Ik zeg dat ze met zo’n volume nooit aan de man zal komen. Ze antwoord dat ze Sapa Boys maar luie donders vind en Hollanders gierig. Ik zeg dat ik nooit nets van haar zal kopen. Maar dan breekt ze uit in tranen, blijft jammerend achter me aan lopen, en stort steeds een beetje meer drama over me uit. Dan koop ik de duurste sleutelhanger ooit en het schreeuwende meisje verdwijnt geld tellend in een zijstraat. De volgende dag hoor ik ze al van verre. Ze jaagt een ouder en zichtbaar gegeneerd echtpaar voor zich uit. De Sapa girls bezitten de toeristen hier en laten ze pas los als er zaken gedaan zijn.

Categories: Observaties, Reizen, Steden | Tags: , , , , ,

Reis ongemakken


In de vroege ochtend word ik wakker van een zware donder. Ik bevind me in een hut van het schip Paradise Luxury dat ten anker ligt in Halong Bay. Een tropische onweersbui doet de eilanden verdwijnen achter een sluier van stortbuien. Vanuit mijn comfortabele bed kijk ik naar een vaag silhouet van bergen in het water die afsteken tegen een oneindig bleek niets. Dit moet het reisgevoel zijn geweest in de hoogtijdagen van de Victoriaanse tijd… Al tijdens deze gedachte start een eveneens tropische lekkage boven het voeteneinde van mijn bed. Snel dep ik het water met een badhanddoek en zet een kopje onder de kleine waterstraal maar er helpt geen lieve moeder aan. Ik bel room service en even later is een matroos met een rol tape en een schaar aan de slag. Drijfnat en zonder succes verlaat hij met neergeslagen gezicht de hut waar de lekkage onverminderd doorgaat. ​

​Ik wandel naar de dining room op het bovenliggende dek voor een kopje thee en blader nog eens door Alain de Botton’s ‘de kunst van het reizen’ in de hoop een goede raad te vinden tijdens dit soort ongemakken. Zijn boek staat er vol van. (Lees: vol van ongemakken) 

Op blz 99 citeert hij de schrijver Gustave Flaubert die Frankrijk om zijn saaiheid ontvluchtte met een groot verlangen naar exotische reizen in de Orient. Maar na een paar weken vermeld Flaubert: ‘de Egyptische tempels hangen me nu al de keel uit…’


Omdat ik toch altijd omsla bij het kayakken en we dus sowieso nat zullen worden besluiten J en ik gewoon door de  stortbui heen te roeien naar de eilanden. We liggen nabij een groot eiland waar je onder laaghangende grotten kunt peddelen om te eindigen in een binnenmeer, waar langs de begroeide rotsen gele apen schijnen te wonen. Als we de het verborgen binnenmeer oppeddelen is alles om ons heen in een grijze nevelsluier verborgen. Het enige dat we horen naast de peddels die het water raken is het eindeloos geplens van miljoenen druppels in het water en dat zich weerkaatst tegen de onzichtbare rotsen om ons heen. Dit is het gotische landschap waarin mensen doorgaans spoorloos verdwijnen en dus roeien we zo snel mogelijk terug door de grotten zonder ook maar een teken van leven te hebben gezien. Achter ons in de verte klinkt iets van een gesmoorde gil. We kijken niet om en houden zwijgend de vaart erin.


Als we terug komen wacht ons goed nieuws. Door de ongemakken van de afgelopen ochtend krijgen we een superior suite aangeboden op het vlaggenschip Paradise Peak. Reizen is helemaal geen kunst. Plan zo min mogelijk, verwacht niet te veel en je reis vult zich vanzelf met verrassingen.

Categories: humor, Observaties, Reizen | Tags: , , , , , , , , , ,

Grens perikelen Vietnam

Het Vietnemees is een moeilijke taal. In geschrijft zijn woorden nog herkenbaar maar in de helft van de letters vind je wel een dakje, streepje, omgekeerde komma of andere ondefinieerbare kromming die de klank van het woord veranderen. De gesproken taal daarentegen is geheel onnavolgbaar. Dat merk ik aan het visa loket op Saigon airport. Hier lever ik mijn papierwinkel in bij een streng kijkende man in een onberispelijk gifgroen uniform en felrode – veel te grote – epauletten met gouden sterren op de schouders. Hij leest mijn naam uit mijn paspoort en kijkt me vragend aan, ‘mister Bekkie Blok?’ versta ik… en ik knik maar.

In deze hoek van de aankomsthal zitten nog een vijftigtal wereldbewoners te wachten op de afroep. De namen van mensen wiens visa gereed zijn worden nu door een meisje – ook in uniform – uiterst vertwijfeld uitgesproken door een microfoon. Haar collega’s op de achtergrond, die aan de visa’s werken, reageren hier met regelmaat hilarisch op. Alles klinkt komisch voor hen. Namen van Indiers, Australiers, Fransen en Chinezen,komen er gebrekkig uit. En altijd staan er meer mensen op die menen iets van hun naam herkend te hebben. Als iedereen blijft zitten, wordt alleen het land herhaalt. Mister Saus Afrika?

Ik vraag me af waarom er niet gewoon een scherm is dat je naam – overgetyped uit het paspoort – vermeld, of desnoods alleen een nummer zodat er geen misverstand kan zijn. Maar dat zou van deze eenheid van de immigratiedienst natuurlijk een uiterst saaie aangelegenheid maken. En daar duren de dagen op Saigon airport al te lang voor.Het meisje roept weer een naam: Lobetteloo… Ik schrik op. Bekkie Blok, verbeterd een mannenstem snel, en even later sta ik op Vietnamese grond te wachten op een taxi. 

Categories: @tetroberts, Reizen, Steden | Tags: , , , ,

Blog at WordPress.com.