Posts Tagged With: humor

The Blue Fire Ghosts of Kawah Ijen

The climb of Gunung (mount) Kawah Ijen was steep and cold, very cold. I was not prepared for such an icy wind in the tropical island of Java. After a couple of hours we reached the rim and descended into the crater. Meanwhile miners were passing the hikers upwards. A shame: if I say a fifty hikers for each miner, then I even estimate it low.

The miners carry baskets with at least 50 kilo sulfur each as they are paid by the kilo. The more the better, but not for their health. Once approaching the sulfur mine, the penetrating gases are giving you tears in your eyes. Miners are chopping pieces of sulfur in the middel of blasts of smoke. Right behind them is the blue fire. There are only two vulcano’s in the world with this phenomena, and this is the biggest.

Was it the cold, the anorganic gasses, the fatigue or combination of them all that made me halucinative? Just watch your self what I saw in the blue flames…

Categories: Hiking, Indonesia, Ontdekkingen, Reizen | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

De Koe van Manilla

Ik zit in een taxi met drie aangeschoten Hollanders die ik amper een uur geleden heb leren kennen. Een bakker uit Stampersgat, een dame van de ambassade, en de enige wiens naam die ik onthouden heb; Bert, beroep onbekend. We rijden door Old Manilla, over de Del Pillar street. We zijn op zoek naar een cafe van een Hollander. Als herkenningspunt zou er een koe voor de deur moeten staan. Niemand is er ooit binnen geweest, maar iedereen heeft er van gehoord.

‘Het moet in deze straat zijn’, zegt Bert terwijl hij met kleine oogjes naar de langsschietende kroegen, bordelen en nachtwinkeltjes staart, ‘dat hoorde ik daarnet nog op de Dutch club. De KLM crew drinkt er ook altijd een biertje,’ voegt hij er aan toe. De bakker praat over de vele vakanties die hij samen met zijn vrouw naar de Filipijnen maakte voordat ze zich hier permanent vestigden. ‘…en toen reden we door deze straat en zag ik opeens een koe op de stoep,’ zegt hij hoopvol. ‘Geen echte hoor, van plastic denk ik.’

Niemand weet de naam van de kroeg. De dame van de ambassade spoort de chauffeur aan nog maar een keer te stoppen op een hoek van de straat. waar een groep Filipino’s staat. ‘Ask them about the cow!’ De chauffeur kijkt verbouwereerd en als hij ernaar vraagt lachen ze. Sommigen wijzen ergens heen, maar elk in een andere richting.

Ik ben de enige die in dit deel van de stad woont, erger nog, ik woon zelfs aan het begin van deze straat. Maar ik ben nooit helemaal naar het andere eind gelopen want dat is best ver. Ik ben hier dan ook nooit een koe tegengekomen. ‘Misschien omdat die hem overdag’s binnen zet…’ probeer ik, maar niemand antwoord.

De straat is eenrichtingsverkeer en niemand weet van een kroeg met een Hollandse eigenaar. De chauffeur wil niet meer vragen naar een koe. Iedereen kijkt me vragend aan want ik ben de ‘local’ hier. Wat nu?

Ingang Hobbit House

Ingang Hobbit House

‘Ik weet nog een kroeg met dwergen in deze straat,’ zeg ik. Dit kan de goedkeuring wegdragen. Even later lopen we door een enorme ronde deur van De Hobbit. Een lilliputter rinkelt een belletje en heet ons welkom. Even later worden pullen bier door heel kleine mensen op onze tafel geschoven. Het gezelschap is tevreden. Met zo’n verhaal kun je ook thuiskomen.

Meet the Hobbits

Meet the Hobbits

Categories: Flashback, Observaties, Ontdekkingen, Reizen, Steden | Tags: , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Dubai Taxi

Steek je arm in de lucht en een handvol taxi’s komen tot stilstand in Dubai, zelfs als je nietsvermoedend naar een bekende zwaait. Ik stapte in de dichtstbijzijnde taxi en zag een wat klein uitgevallen, angstig kijkende Indiër schrap achter het stuur zitten.

‘Hello’, zei ik, ‘Marina Walk’.

‘Marina Mall, sir?’, vroeg de chauffeur met een klein stemmetje.

‘No, Marina WALK!’ zei ik geïrriteerd. Ik moest namelijk naar de tandarts voor een wortelkanaal behandeling. Niet iets om vrolijk van te worden.

Onzeker kwam de taxi in beweging. Voor ons uit kon hij rechtsaf de snelweg op, of rechtdoor via een fly-over erover heen.

‘Hier rechtsaf of rechtdoor sir?’ De chauffeur keek met grote ogen half voor zich uit, hij durfde me nauwelijks aan te kijken.

Dit was bijzonder irritant, ik wilde me net in mijn telefoon verdiepen.

‘Rechtdoor man, de Marina is toch daar!’, ik wuifde met mijn hand schuin naar links, waar een groepje wolkenkrabbers omhoog torende.

Met zweethanden aan het stuur reed hij de brug op naar de andere zijde van de snelweg.

‘En nu terug de snelweg op, en dan afslag Dubai Marina.’

De chauffeur knikte gedienstig en zette de vaart erin, maar eenmaal aan de overzijde sloeg de twijfel weer toe.

‘Just to the left or a U-turn, sir?

Ik zuchtte. ‘A u-turn yes, ben je soms nieuw hier?’

De chauffeur hapte naar adem, enigszins opgelucht door deze begripvolle vraag.

‘Twee maanden sir, maar er zijn hier in Dubai teveel plekken! En iedereen wil steeds ergens anders heen, meestal ergens waar ik nog nooit eerder geweest ben.’

Ik staarde wat verbaasd voor me uit. Twee maanden was toch best wel een periode waarin je de stad een beetje kon leren kennen, en de Marina is toch vrij bekend.

‘Ik kom maar uit een klein dorpje in Zuid India,’ vervolgde hij, ‘maar deze stad is te groot, net als Bombay.’

‘Misschien zou je in je vrije tijd de kaart van Dubai eens moeten bestuderen, een beetje huiswerk af en toe.’ Ik betrapte mezelf op een typisch belerende opmerking. De chauffeur werkte mogelijk zes dagen per week, twaalf uur per dag. Sliep dan met vier andere onwelriekende lichamen op een veel te kleine kamer in een of andere kazerne wijk, volkomen uitgeput. Niet echt een moment om dan nog eens de kaart van Dubai op je bed uit te spreiden en straten en hotels op te dreunen.

‘Te veel plekken,’ verzuchtte hij nog eens.

Waarom hadden taxi chauffeurs in deze tijd eigenlijk geen navigatie in de auto? Vroeg ik me af.

‘Rechts aanhouden!’, de chauffeur mistte bijna de afslag naar de Marina, die toch wel heel duidelijk stond aangegeven.

‘Ik snap wel dat je de weg niet weet, maar zie je die borden dan niet?’ vroeg ik hem ongeduldig.

Hij stuurde met een schok naar rechts en keek bedrupt voor zich uit. Misschien kon hij niet lezen…

‘Kun je eigenlijk wel lezen?’ vroeg ik hem, zo direct als een landgenoot.

Hij schrok. ‘Natuurlijk, sir, maar alleen Hindi.’

Voor ons uit doemden er weer twee keuzes op, een vork, beiden rechtdoor. De chauffeur keek me bijna smekend aan.

‘Rechts aanhouden’, zei ik. De rest van de weg gaf ik hem maar de aanwijzingen zonder hem te laten gokken, want ik kon hem gewoon horen denken waarom hij altijd precies de verkeerde keuze maakte, achter het stuur, in zijn hele leven…

We kwamen eindelijk aan bij de Marina Walk. Ik overhandigde hem 13 Dirham.

‘Hoe doe je dat eigenlijk als je klant de weg niet weet?’ Vroeg ik met oprechte nieuwsgierigheid.

Hij keek me aan met een wanhopige blik en haalde zijn schouders op. Deze man was getergd tot het uiterste. Elke dag reed hij rond met klanten die waarschijnlijk halverwege in woede uitbarstten in alle talen van de wereld, inclusief Hindi. Er kwam geen antwoord uit. De twee muntjes wisselgeld gleden uit zijn vochtige handen onder de pedalen.

‘Laat maar,’ zei ik, ‘het is goed zo.’

Ik stapte uit en een Arabier met een akten tas sprong achterin de taxi. ‘Jumeirah hotel, yallah!,’ riep de man. ‘Rammalah hotel?’ hoorde ik de chauffeur herhalen.

‘No JUMEIRAH, in de buurt van de Beach Road.’

Ik zag de laatste blik van de chauffeur, geheel in paniek nu. Ik wees hem de eerste straat rechts aan, zodat die in ieder geval een beginnetje had. De taxi schoot weg, en ik keek hem na, en besefte dat ik nu zelf even in de war was met het Rammalah hotel, en hem dus de verkeerde kant had opgestuurd.

Ik draaide me om en liep naar de tandarts praktijk, In ieder geval had ik voor een moment even mijn eigen sores vergeten

Image

Categories: Observaties, Steden | Tags: , , , ,

Blog at WordPress.com.